STOOFPEERTJES
Lekker als bijgerecht
Stoofpeertjes mooi rood laten worden door ze alleen te laten koken duurt heel lang. Daar hebben of nemen we tegenwoordig de tijd niet meer voor. Gelukkig kan het sneller door er een kleurstof aan toe te voegen. Vaak gebruik ik daar een rode jam of rode wijn voor. Tijdens het koken verdampt de alcohol van de wijn. Alleen de kleur en smaak blijven behouden. Maar ook bessensap is een geschikte kleurstof.
Als er kinderen mee-eten gebruik ik geen wijn maar water en doe ik gewoon een paar eetlepels rode jam bij de peertjes tijdens het koken. De peertjes worden dan wel zoeter.
Het lekkerste stoofpeertje vind ik de Gieser Wildeman. Het zijn kleine peertjes.
Hieronder volgt een basisrecept.
Ingrediënten:
1 kilo stoofpeertjes, geschild (en in vieren gesneden)
1 fles (niet te dure) rode wijn
1 theelepel kaneel
eventueel wat maïzena als er een saus bij gemaakt wordt.
Bereiding:
Bij deze methode wordt de binnenkant van de peertjes niet helemaal rood. Wil je ook de binnenkant rood hebben, dan moeten de peertjes minstens 3 uur heel zachtjes op het kleinste pitje van het fornuis koken.
Het kooknat kan gebruikt worden als saus.
Giet de peertjes dan af in een klein (steel)pannetje en laat het kooknat inkoken tot het enigszins stroperig is geworden.
Het kooknat kan ook gebonden worden met maïzena.
Laat het (steel)pannetje op een zacht vuur staan. Doe dan in een kommetje een theelepel maïzena, voeg er een paar eetlepels van het warme kooknat aan toe en roer dat goed door elkaar tot de maïzena zich vermengd heeft met het kooknat.
Haal nu eerst het (steel)pannetje van het vuur.
Voeg dan het maïzena-mengsel onder goed roeren toe aan het kooknat in het (steel)pannetje tot er een mooie saus is ontstaan.
Variaties:
Tip: