rabarber, geschild en in stukjes van ongeveer 1 centimeter gesneden

appel(s), geschild, van het klokhuis ontdaan en in blokjes gesneden

1 of meerdere bananen, geschild en in plakjes gesneden

pruneaux (gedroogde pruimen zonder pit) of verse pruimen

voor de garnering een paar aardbeien

Neem een pan met een dikke bodem. Doe daarin een laagje water en alle ingrediënten (behalve de aardbeien). Breng onder goed roeren aan de kook en temper het vuur. Blijf goed roeren. Laat het een tijdje pruttelen. De rabarber valt langzaam uit elkaar, de banaan bindt het geheel.

Blijft het geheel te nat, dan kan met behulp van een beetje maiëzena de vloeistof gebonden worden:

Laat de pan op een zacht vuur staan. Doe dan in een kommetje een theelepel maïzena, voeg er een paar eetlepels van het warme kooknat aan toe en roer dat goed door elkaar tot de maïzena zich vermengd heeft met het kooknat.
Haal nu eerst het (steel)pannetje van het vuur.
Voeg dan het maïzena-mengsel onder goed roeren toe aan de rabarber in de pan tot het de gewenste dikte heeft.

Laat het een beetje afkoelen en serveer in een passend schaaltje, met als garnering de verse aardbeien.

Varieer eens met de hoeveelheden. Meer rabarber levert een zuurder en natter toetje op. Meer banaan een zoeter en meer gebonden toetje.

Neem ook eens ander vers fruit wat voorhanden is, bijvoorbeeld handperen.

Ook gedroogd fruit zoals bijvoorbeeld abrikozen kan hier goed in gebruikt worden.