500 gram kapucijners

400 gram rookspek

1 theelepel zout

kruidnagels

Als garnering kan dienen: 5 uien, in ringen gesneden uien gefruit in boter,

of 2 gesnipperde rauwe uien,

of 2 gestoofde en in plakjes gesneden uien,

zoetzuur (augurken, uitjes enzovoort),

piccalilly

Laat de kapucijners een nacht in warm water weken. (Wat het nut is van weken in warm water is mij onduidelijk. Ook het uitvoeren hiervan lijkt me lastig.)
Giet het water eraf, zet ze met ruim water op laag vuur op en breng ze langzaam aan de kook.
Laat de kapucijners gaarsudderen, dit kan wel uren duren, dat hangt van de leeftijd van de kapucijners af. (Vroeger was men gewend om groenten zeer lang te koken. In oude recepten staan dan ook kooktijden vermeld die uren kunnen duren. Maar een kooktijd van ongeveer een uur is voldoende. Zie ook het recept: kapucijners.

Kook één ui mee, waarin een paar kruidnagels gestoken zijn.
Snijd het rookspek in dobbelsteentjes en bak deze knapperig.
Schep de kapucijners met een schuimspaan op een verwarmde schaal, doe de "garnering" in kleine schaaltjes of kommen en geef er gekookte aardappelen, droge rijst en eventueel gestoofd of gebraden rundvlees bij.